123RF - 41524026

Flipping the identity coin

Eind 2007 promoveerde Mirdita Elstak aan de Erasmus Universiteit op een proefschrift over het effect van organisatie-identiteit op identificatie en het gedrag van medewerkers. Zij onderscheidt daarbij drie vormen van identiteit: de door medewerkers gepercipieerde identiteit, de door het management geprojecteerde identiteit en de door het management gewenste identiteit. Een van haar conclusies is dat de meest sterke identificatie ontstaat als er een match is tussen de door het management gewenste en de door medewerkers beleefde identiteit.

flipping-the-identity-coin-coverIn haar proefschrift ‘Flipping the identity coin’ stelt Mirdita Elstak stelt dat er twee benaderingen zijn te onderscheiden ten aanzien van organisatie-identiteit. Dit zijn achtereenvolgens:

  1. Bottom-up (inductieve) benadering: medewerkers bepalen deze vorm van identiteit. Dit noemt Elstak de gepercipieerde organisatie-identiteit.
  2. Top-down (deductieve) benadering: het topmanagement van de organisatie bepaalt deze vorm van identiteit. Bovendien onderscheidt Elstak hier nog:
    • de geprojecteerde identiteit; de door het management geclaimde en gecommuniceerde identiteit;
    • de gewenste identiteit; de identiteit die het management in de toekomst voor ogen staat.

Constateringen

Elstak constateert dat onderzoekers vaak een van de bovengenoemde benaderingen aanhangen. In haar proefschrift heeft zij deze benaderingen onderzocht.

Een belangrijke conclusie is dat de tweezijdige benadering van het begrip organisatie-identiteit een beter inzicht verschaft in de rol die het speelt in organisatieprocessen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat niet zozeer de aantrekkelijkheid van de gepercipieerde organisatie-identiteit van belang is voor organisatie-identificatie en gewenst gedrag. Maar veel meer hoe de gepercipieerde identiteit zich verhoudt tot de – door het management – geprojecteerde en gewenste identiteit. Het draait, met andere woorden, dus veel meer om het bewerkstelligen van een juiste verhouding/ balans tussen de drie identiteitstypen. En het gaat dus niet zozeer om het optimaliseren van één van de drie identiteitstypen.

Bovengenoemde bevinding komt sterk overeen met het belang dat sociaal psychologen hechten aan het begrip ‘identity congruence’. Identity congruence (lees: organisatie-identificatie) treedt op als er een hoge mate van consistentie is tussen drie groepen:

  • de organisatie-identiteitsperceptie van medewerkers;
  • de identiteit die het topmanagement claimt;
  • en ten slotte de gewenste identiteit die het topmanagement voor ogen heeft.

Concluderend

Uit deze bevinding kan je afleiden dat er een belangrijke rol voor het management van een organisatie is weggelegd. Namelijk voor wat betreft organisatie-identificatie en gewenst gedrag van medewerkers.

Referentie(s)
Elstak, M.N. (2007), Flipping the identity coin (the comparative effect of perceived, projected and desired organizational identity on organizational identification an desired behavior). ERIM/Erasmus Institute of Management, RSM Erasmus University, Rotterdam.

 

Geef een reactie

Je email adres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd *

Reactie plaatsen